Wednesday, October 28, 2009

Lofzang (Kristina zingt)


Een ode aan de mensen die ik op mijn tocht mocht terugzien of voor de eerste maal ontmoeten.Het blijft ondanks de herhalende kadans van de fietser een boeiende zoektocht in een ongelooflijk mooi gebied. Letterlijk heb ik de grenzen afgetast en beseffend welke vrijheden wij genieten. Nu kijkend, hier, hoe mooi deze mensen wel zijn en hoe ik ze, daar, voor altijd in gedachten zal meedragen op mijn volgende tochten.

Op zoek naar het zwarte goud.

Vanuit Debaltsowa heb ik voor een laatste maal mijn rug over mijn stuur gekromd op zoek naar het zwarte goud te Liscizcank.
Ergens halverwege vond ik er de nacht te Artemick, waar ik mij in het clubhuis van de jagers nabij de terillen, er zijn er tientallen in de streek, kon te slapen leggen. Gelukkig hadden de jagers mij genoeg verdoofd met de plaatselijke Artmickse Snaps om althans het eerste deel van de nacht van de muggen en ander jeukend ongedierte weinig te merken. Vroeg in de ochtend vervolgde ik mijn zwarte zoektocht.
Te Lisciczanck vergezelde Anatoly mij op museumbezoeken en rondritten met zijn auto in het teken van de mijnen. Je kon er hier met nog 4 werkende mijnen moeilijk naastkijken. Sinds hier in 1793 de eerste steenkool werd ontgonnen groeide het plaatsje gestaag uit tot een stad. Dit trok in de volgende eeuwen ook andere zware industrieen aan zoals Metaal en chemie. Vanop een veilige afstand wordt deze bloeiende economie in beeld gebracht op pamfletten en kalenders van de stad. De produktie van steenkool kende zijn grootste bloei in 1971 maar is vandaag flink teruggeschroefd tot enkele luttele ton. Ook al zijn de mijnen nu allemaal private ondernemingen, binnen deze stiel van mijnwerkers, waar ze fier op zijn, is een groot samenhorigheidsgevoel, het 'communistische' karakter is nog steeds merkbaar. In de grote zaal van het administratief mijnwerkersgebouw hangt nog steeds een rode vlag en het postuur van Lenin. In de grote kleedruimte hangen de mijnwerkerskostuums aan haken tegen het plafond,als levende museumobjecten dicht bijeen. Sigaretten worden hier zelden met lucifers of aanstekers ontstoken, je krijgt de gloeiende kogel van je collega, het altijd brandende vuur van de mijnders.

Een wazig digitaal beeldje dat mijn films van de mijnwerkers redde...


Terillen te Lisciczanck (olie op hout)


Museumbezoek met Anatoly te Lisciczanck


Het clubhuis van de jagers te Artemick

cookasianmeal part 11


middagmaal te Stachanov

Monday, October 26, 2009

*****Lisitsjansk-Donetsk


La reine d'Ukraine
Remember les specialistes d'enfer du nord...

Friday, October 23, 2009

Radio Schacht 41

Hier vanuit het Zuidoosten van Oekriane waar ik hoop de komende dagen een reeks te maken van de mijnwerkers van de streek rond Donetsk.
Gisteren aangekomen in Debalstova vanuit Atstakhan per trein, een rit op het spoor van 22 uur.
Mijn Russisch visum liep ten einde waardoor ik genoodzaakt was de Wolga al sporend te volgen.
Op de Trein Baku-Kiev passeerden we Volgograd,alias Stalingrad, waar tijdens WO2 een grote slag werd geleverd, een standbeeld van Moeder Rusland met zwaard van 72 meter is op zijn zachts gezegd impressionant. Ik deelde de coupe met Tsatsaviska,Albert en Marina, en op deze lange treinreis leerde ik heel veel over hen. Zo was Marina Linizink van Origine een volk dat zich deelde over Azerbadjan en Dagestan en van Perzische oorsprong was.Bij de grens werden haar handig toegebonden dozen vol hazelnoten,walnoten en granaatappels streng geviseerd door de Russische grenscontrole, mijn tassen werden daarentegen een weinig gekontroleerd, zo zijn de Georgische chacha en Dagestani-Cognac reeds veilig in Oekraine geraakt.
Vanaf volgende week staat de fles klaar in Hansbeke!
Nu nog even het zwarte goud achterna.
Groeten Koen


De groeiende terille van de nog werkende mijn te Lisitsjansk

De ster van Astrakhan


Bye bye Russia, mijn laatste tekening op Russische grond.


Lenin opstap in Astrahan

Met een prachtige aankomst op de mooiste avenue van de wereld, Avenue Lenina...
Na dagen van leegte over de steppe was het water van de Wolga en andere wateren meer dan welkom. Het prachtige krim, een oude omwalling met kerken, werd gebouwd op een eiland. De tijd te kort om hier langer te blijven, zetten mij na een carwashbeurt en het afwimpelen van enkele cokesnuivers op zoek naar geld (dus:ik)op de trein richting Oekraine.


CarwAshtrahan


Spoorwegbrug over de Wolga

cookasianmeal part 10


Khinkal, de Dagestan-variant op de deegflappen van wat de Georgiers hun nationale trots noemen, en de Dagastani ook...

De driedaagse van de Steppe

Met een veldrit in lijn door de Sahara...

Op weg naar de Kaspische zee wordt het landschap alsmaar uitgestekter.
De gigantische akkers wordt ingeruild voor olievelden in een ondragelijke leegte.
De wind krijgt dichter bij de zee meer vrij spel, en ik kan hier kilometers voor mij uitstaren, en hopen dat het daar bij de horizon iets gezelliger zal worden, het duurt zo wel enkele dagen en de automobilsten vertikken het mijn tweewieler mee te nemen...
*
Te Velichavkoe ben ik terhoogte van het Noorden van Dagestan. Vele Dagestani zijn tijdens het communisme naar hier geimmigreerd. Mustafa en Aicha verwelkomen mij op hun grote erf vol schapen en koeien in de nog grotere vlakte. Mustafa kwam na zijn carriere als worstelaar zo een 40 jaar geleden hierheen wonen. In de oneindige steppevelden is het ook een flinke sport om je kudde hier bijeen te houden. Van op het grote bed-zetel object en de koran in een plasticzak aan de wand kijken we naar een kunstschaatsen-contest op de TV.
*
Te Komosckumsk, we zijn nu nu echt te midden van het lege landschap. Sinds de jaren 50 kwamen hier ganse families uit China wonen, de olievelden boden veel werk. Bij het binnenrijden van het stadje wordt ik onmiddellijk naar mijn dokumenten gevraagd, en wordt mijn handelen naar een plaats voor mijn tent in de kiem gesmoord door de twee uniformen, een jonge Aziaat en een oudere Rus. Lichtelijk gedwongen richting het plaatselijke gasthuis krijg ik ook daar geuniformeerd bezoek, zonder blozen gaan ze mee tot op mijn kamer om de weg die ik tot hier aflegde op mijn kaart uit de doeken te doen. Nee,meneer de politieagent in Mozdok ben ik niet geweest...
*


Dagestanse gastvrijheid


In Rusland is gewichtheffen populairder dan wielrennen.


Het ontbijt


Onderweg in de olievelden

cookasianmeal part 9


Soldatensoep op de grens van Noord-Ossetie en Ingoesetie

De Ronde van de grensstreek

Met een solotocht in de donker...

De Volgende ochtend reed ik vanuit de hoofdstad in Noordoostelijke richting.
De grote weg richting Groznie met vooral veel tomatenverkopers verliet ik al gauw om het Tsjetsjeense stuk van de Noord-kaukasische taart te vermijden.
Mijn kaart was niet van alle wegen voorzien maar de herfstzon scheen mild en de mensen vriendelijk, dus met een goed gemoed scheerde ik over de wegen op weg naar de Kaspische zee.
Grafdelvers,Koewachters en fietsende mannetjes passeerden die dag het decor. Die was nl. helemaal niet bergachtig meer en zo was het rustig fietsen over glooiende velden. Sinds De Ronde van Balkaria was er wel 1 opmerkbaar gegeven bijgekomen, nl. die van de politiecontroles. In de vallei op weg naar de Elbrus, begon er eentje moeilijk te doen omtrent het feit dat ik mijn immigratiekaart elke 3 dagen van een stempel moest laten voorzien, kwestie van mij te lokaliseren. Waar dit moest gebeuren was hem ook niet duidelijk, dus ik maakte er mij geen zorgen om. De andere controles langs de weg in de Elbrus-regio hadden er mij nl. niet attent op gemaakt. Het was gewoon goed geprobeerd van hen...
Nu op weg naar Kurskaya.
Ik wist van betrouwbare bronnen, nl de kleinzoon van onze nationale Balkardische dichter dat het in Noord-Ossetie veel rustig was geworden en ik via een heel klein deeltje ervan het eigenlijke Rusland kon bereiken. Twee kleine puberale grenswachters met veel te grote geweren in hun put gelegen post lieten mij Kabardino-Balkaria verlaten. De eerste plaats in Noord-Ossetie, een rustig boeredorp omringd door steppevelden werd slechts verstoord door 3 spelende kinderen, de kleinste met een speelgoedgeweer weliswaar. Toen ik hen portreteerde was hun respect naar mij toe ontzaggelijk groot, alsof ik hen met dit beeld voor even uit hun situatie bevrijdde, alle drie schudden mij heel vriendelijk de hand. Andere mensen, verderop in het dorp werden liever niet gefotografeerd, ik op mijn beurt respectvol naar hen toe. Terug in de velden, die mij vooral aan de Bessarrabische steppevelden van Moldavia deden denken, bleef de weg koppig rechtdoorlopen,al wou ik, zo beschreef mijn kaart toch, dat er een weg naar links zou lopen noordwaarts. Een vriendelijk oud mannetje met zijn fiets vertrouwt me toch deze weg toe opweg naar mijn bestemming. Een weinig verder een volgende post met prikkeldraad en Russische soldaten in blauwe uniformen. Ze onthalen mij hartelijk en nodigen mij zelfs uit naar hun betonnen kantine achter een lage muur voor een bord heerlijke bouillon-soep en wat brood, om mij enigzins wat energie te geven voor het volgende luik van de rit. Ze vertellen me dat ik Ingoesetie zal binnenrijden. In hun pover Engels waarschuwen ze wel: " Don't stop in Mozdok Go Go! "
Met een verse adem vervolg ik mijn weg, al gauw volgt een nieuwe post bij de rivier net voor Mozdok. Zo dicht tegen de Tsjetsjeense grens heb ik mij op verboden gebied begeven, ik wordt voor verhoor mee genomen naar de zwaar bewaakte kazerne te Mozdok.
Het krioelt er van wachters,soldaten en geheime politie. De Alpundustria van de Elbrusregio was hier het best te beschrijven als Warundustria. Het conflict levert vele banen voor Russen welteverstaan. Met mijn paspoort op hun dashboard wordt ik, fietsend, naar daar begeleid. Daar ik niets te verbergen heb, en ik nu onder hun hoede de weg verderzet voel ik me wel meer op mijn gemak. In het bureau wordt er een tolk bijgehaald die wat Frans kan, allen heel correct en beleefd. Al gauw zien ze ook de absurditeit van hun onderzoek naar mijn missie in. Mijn digitale camera vertelt mijn Georgisch verhaal, ze ondervragen heel scherp bij de eerste beelden maar zwakken al gauw af als ze beginnen te beseffen dat ik enkel een toeristische missie heb. Ik vertel hen niet dat ik een fotograaf ben om het gebeuren niet nog complexer te maken. Door hun lange ondervraging is de zon al dicht bij de horizon gezakt en bereik ik bij schemer de volgende grenspost die Rusland inleid, een grenswachter met een grote kop en een nog grotere pet drijft wat de spot en het is een overbodig en dom van hem mij te vragen van waar ik kom. Een jonge blonde Russische soldaat controlleert enkele Tsjetsjenen met maan en sikkel hangertje. De grote kop heeft nog steeds mijn paspoort vast al is er geen echte bedoeling meer, vervelend stil valt de nacht. Hij veronderstelt dat ik geen licht op mijn fiets heb en hoopt mij zo te vangen, hij vraagt hoeveel geld ik bij me heb en ik doe alsof ik hem niet versta. De grote kop heeft zijn spelletje op, maar mijn wedstrijd om vrijheid nog niet gespeeld. Een eind verderop is de weg opengebroken en is het moeilijk rijden over de kiezels in het zwart van de nacht. Nadat een onbekende jeep mijn weg kruist, zich 180 graden draait en dan net voor mijn neus zich heel langszaam terug draait over de weg, zodat ik bijna genoodzaakt ben te stoppen, begint het grind nu nog nerveuzer onder mijn wielen te schuiven. De weg is nog lang tot het volgende dorp, Kurskaya. Ik besluit een eind verderop bij een een bomenrij en wat groen dat 2 grote velden scheidt, mijn tent op te zetten.
De volgende ochtend wordt ik in Kurskaya nog een laatste maal om mijn geld gevraagd bij een politiekontrole. Hij (alsof de jongere broer van de grote kop van gisteren) vraagt: Skolke Skolke? Hoeveel Hoeveel? Ik zeg: Male male Weinig weing. verveeld om mijn antwoord heeft hij mijn paspoort terug. Samen met het alsmaar vlakker wordende land opweg naar de monding van de Volga in de Kaspische zee worden ook de controles milder en geringer. Nog 1 enkele opflakkering van een gefrustreerde politieagent in de oneindige velden met oude kolchozen houdt mijn paspoort op hun dashboard, voor even dan toch...


Noord-Ossetishe pauze (perenlimonade, brood en kaas)


Vriendelijk oud ventje opweg naar Mozdok

cookasianmeal part 7



De Balkardische trots, bloedna.
Zongedroogd koevlees gebakken in de pan, hier geserveerd met aardappels

De Ronde van Balkaria.


Met een klimtijdrit op de Elbroes...

Sochi de Russische riviera aan de Zwarte zee had een heel ander gezicht dan zijn Georgisch broertje aan de overkant van het water. Hier werd alles in gereedheid gebracht om in 2014 hier de wereld te ontvangen en vooral aan de wereld te tonen dat Rusland De stad van de toekomst heeft. Hier worden nl. binnen 5 jaar de Olympische winterspelen georganiseerd, en alles wat niet in dit plaatje past, zoals oude sovjetarchitectuur en Flats vol vluchtelingen uit het Abchazie-conflikt moeten wijken voor dit groots opgezet spektakel. Via Rob Hornstras'site (the Sochi Project) kom je hier meer over te weten.
Ik bleef slechts een kleine tijd in de stad omdat mijn Kaukasustour zijn naam niet waardig zou zijn zonder de Elbrus, tevens de hoogste berg van Europa te trotseren. Of eerder heel even onder zijn ontzagelijke grootsheids te bezwijken. Een heus skistation ontsiert enigzins wel zijn ongereptheid, maar dankzij de lift konden we deze reus enigzins comforttabel in het oogwit kijken (lees zijn eeuwige sneeuw).
De berg van 5647 meter groot is gelegen in Kabardino-Balkaria, een deelrepubliek binnen de Russische federatie die hier Kabarden en Balkarden huist. Het is een moeilijk deelbaar territorium daar ze over dezelfde hoofdstad, Nalchik beschikken. In Bylym, enkele Balkardische dorpen van de voeten van de reus verwijderd had ik het geluk, na enig aandringen weliswaar om mijn tentje van een veilig tuin te voorzien, de schilder-grafieker-beeldhouwer Muftar Oezdenof te ontmoetten, binnen de Sovjetunie was zijn kunst onder de rode censuur onderhevig maar had hij een veel grotere bereikbaarheid. Nu is deze censuur weg gevallen maar is het gevangenis gevoel veel groter geworden. Zijn persoonelijke schriftuur is in al die jaren ook gevormd en het is moeilijk deze nu van dag op dag te veranderen, zo zie je dat nieuwe beeldhouwerken op openbare plaatsen nog steeds naar de sovjettijd ruiken. Muftar is Balkard en zijn spreken verwant met de Turkse moedertaal,De Kabarden daarentegen spreken een taal verwant aan de Perzische, beiden zijn het wel Moslims. Deze religie is dan ook de grootse gemene deler van alle Noord-Kaukasische volkeren. Toch zie je hier weinig opzienbarende moslim-architectuur, en zijn het heel nieuwe bouwwerken. De volkeren van de deelrepubliken hebben nog steeds aan de Russen te gehoorzamen en worden aan dagelijkse contole van het politie-apparaat onderworpen en zo aan hun grote onderdrukker herinnerd. Ik heb aan den lijve ondervonden hoe dit op het gemoed inspeelt om zo geviseerd te worden. Vanaf het einde van de tweede wereldoorlog werden velen naar Kazakstan dedeporteerd omdat ze, zo vertellen de Sovjets, gekollaboreerd hadden met de Nazi's. Tussen 1944 en 1956 werden de Balkarden door deze maatregel bijna gehalveerd, tot op vandaag zijn ze slechts met 180 duizend. Muftars'beste vriend was een dichter en woonde in de hoofdstad, Nalchik. De volgende dag was er te Nalchik een herdenking naar aanleiding van de geboortedag van Kjazim Metsiev, de invloedrijkste Balkardische dichter, die ook gedeporteerd was naar Kazakstan maar op enigzins hoge leeftijd daar was overleden.
Pas in 1999 is zijn lichaam overgebracht naar zijn geboorteland en is er een herdenkingsmuseum voor alle slachtoffers van de deportatie gebouwd in het grote park aan de rand van de hoofdstad.
Bloemen werden bij zijn graf neergelegd door mannen met vreemde mutsen en vrouwem met lippenrood. In de avond was er een voorstelling in het muziektheater waar alle grote heren onder de Balkarden, samen met andere grote heren van hun broedervolkeren o.a. Dagestan en Tsjetenie een vertoning gaven als onderdeel van de herdenking, maar eigenlijk weinig met de herdenking van onze dichter zelf te maken had.
Het was eerder een potsierlijke voorstelling van presidenten en afgevaardigden die elkaar het allerbeste toewensten en veel te groots uitgevallen boeketten, fruitmanden en flessen met de lekkerste cognac aan elkaar gaven. In hun speechen bulderden van onderdrukte stemmen van niet erkende volkeren.
Op het podium volgde een opzwepende volksdans als symbool van het verlangen naar hun identiteit.
Als klap op de vuurpijl werd de avond afgesloten in de zaal van een restaurant enkel voor deze grootheden bestemt.
Daar ik in goed gezelschap was van onze dichter mocht ik mee aan tafel schuiven met de grote heren.
Niet anders dan bij de Georgiers werd er menig getoast hier vooral op de vergeten namen van hun volkeren, deze werden zoveel herhaald dat ze op den duur als abstracte holle dozen achterbleven in de vallende nacht en we vooral allemaal dronken werden.


Elbroes-pose


Elbruz, een Kabard en een Balkard, samen het metsersduo op de camping aldaar.


De vallei van Baksan onderweg van de Elbroesberg


Bylym, Muftar Oezdenof en zijn gevolg


Herdenking te Nalchik


Mustafa tijdens het maal na de herdenking


Victor, Mustafas'zoon is gewichtsheffer en recht hier de deur van zijn auto.

Saturday, October 10, 2009

Friday, October 9, 2009

Black sea sounds) )) )))


Na een lange radiostilte vanuit Svanetie, de bergregio op de grens met Abchazie, ben ik gisteren in Batumi bij de Zwarte Zee aangekomen. Een stad met zicht op de wereld en met internet. Pas Zondagavond kan ik de boot nemen richting Sochi in Rusland.
Loveboat richting het land van de Russen
Koen

The Svan-end.

Met een doffe knal, als een geweerschot uit de oude doos, kwam ik tot stilstand, gelukkig waren we reeds een eind over de top richting de bewoonde wereld. Aan de rand van de bewoonde wereld was net tante Lela op bezoek, die reeds jaren in Sint-Petersburg woonde. Ze arriveerde net in het dorp toen ik met mijn gehavend ros en doorweekte schoenen uit de bergen kwam, zij op haar beurt van de andere kant, uit de metropool. Met oudere mensen zoals haar, kan ik mijn beste Russisch bovenhalen; met jongere zoals haar nichten is het Engels meestal te pover om een deftig gesprek mee te beginnen. Een andere sprekende verschil tussen jong en oud, omtrent het fotograferen, is dat de oudere veel gemakkelijker poseren voor een foto en jongere mensen in veel gevallen beschaamd zijn om vereeuwigd te worden bij hun koe of kar.



Lela, geimmigreerd naar Sint-Petersburg hier op bezoek bij haar moeder te Mele.

Lelas'nichten te Mele

cookasianmeal part 5


Solguni.
Verse kaas met munt. Een typisch bergmaal.

cookasianherbs part 3


surogaat voor safraan

Svanis-faction*!!


Na afscheid te hebben genomen van mijn lieve gastfamilie reed ik dieper de bergen in richting Mestia en Usghuli. Verder dan Mestia waren ze met hun beton nog niet geraakt, maar dat deerde de overgetunede politiewagen, als in een Amerikaanse serie, niet. Ze hadden er blijkbaar lol in om mij die ochtend te volgen op de bergpas, en zo nu en dan hun speelgoedsirene banaal te laten loeien tegen de flanken van Mt Ushba en zijn grote broer Mt Shakra van meer dan 5000 meter. Kleine vervelende jongetjes die hun spel pas bij de top van de pas voor bekeken hielden. Op zich geen vuiltje aan de lucht, de politie wil maar al te graag buitenlandse toeristen helpen al was het maar voor hun tijd te doden. Zo hadden ze die ochtend Nicolas een Franse treinmachinist met zijn fiets in lift gegeven vanuit de andere veel steilere richting. Bij het uitladen had hij de essentiele vleugelmoer van zijn voorwiel in de oude Russische terreinwagen gelaten. Ik bewees hem een grote dienst het voor hem te halen in het politiebureel van Mestia, zo wisten de heren van mijn rit, en zetten koers in mijn richting.
In de avond bereikte ik langs een prachtige bergweg vol herfst Usghuli. De eeuwenoude plaats op een hoogte van 2200 meter is met zijn meer dan 20 verdedingstorens uit de vroege middeleeuwen niet zonder reden op de Unesco lijst van werelderfgoed geplaatst. Als koningen in een schaakspel, met paarden en koeien wel te verstaan, omringd door reuzen van bergen sta je meer dan schaakmat van deze bijzondere plaats. Via modderige koestraatjes langsheen schotelantennes (omdat ze toch ook tot hier de nog altijd aanhoudene Argentijnse soapserie zouden kunnen volgen...)kwam ik bij het hoogstgelegen huis aan bij Rolandi en Gouleizar, vrienden van onze betonmaker Gurami. Die dag hadden ze aardappelen gerooid van het land, de nagenoeg enige groente die op zulke hoogte kon gekweekt worden, samen met melk en vlees de enige ingredienten van hun bergmaal. Wanneer de zon werd geruild voor de maan kon je de winter hier al voelen, en was er van een tussenseizoen weinig sprake.
Van onder de wol keek uit over de torens,de bergen en een volle maan.





opweg naar Usghuli


Svantoren en toilet te Ushguli


In de schone plaats bij Rolandi en Gouleizar te Usghuli


Voorbij Usghuli

Ushba-beton


prent Z. Cibira
Via onze wijnboer Giwi beleefde ik 2 geanimeerde dagen bij de Kvicianis' in een sprookjesdecor.
Gurami Kviciani was zijn neef en leidde er de betonfabriek te Becho op een letterlijke boogscheut van zijn huis. De kleine Nika zwaaide telkens naar de overkant waar ook zijn papa, Bacho werkte. Daar de mannen ganse dagen beton maakten voor de weg richting Mestia, zat ik er de 2 dagen met een huishouden vrouwen opgescheept, die er zich volop voorbereidden op de winter. Tomaten werden opgelegd, kruiden gedroogd en de mais, die er zich door de sneeuw van vorige week had bij neergelegd, werd binnengehaald. Op de foto zijn de dames mooi opgedaan, dit doen ze ook wanneer ze naar de stad gaan. Buiten het lippenrood en hun chique kledij verraadden meestal hun verweerde handen de andere kant van de medaille.

De Kvicianis' en ik


De nieuwe beton richting Mestia

cookasianherbs part 2


pimpila

Anfang der svanbirge


Holy svan-cow
Aanvang van de bergen te Jvari

En er zou sneeuw liggen in Svaneti.
Iedereen opweg naar deze mythische bergen had er mij voor gewaarschuwd, zo ik was in blijde verwachting van een nieuw avontuur.


Romantiek zonder de volle maan...
Stuwmeer te Pasna


Pilaria en haar koe in de ochtend


Mt Ushba (4700m) te Becho

cookasianmeal part 4


Ghinkali. Het nationale maal bij uitstek wordt met de handen gegeten. De deegflappen zijn gevuld met varkensvlees en gekruid met kuleavi. Eerst bijt je er een gat in om er de heerlijke bouillon uit te slurpen anders is het gegarandeerd prijs op je schone hemd!

Op weg naar Svaneti.


Bij valavond zette ik vanuit Kutaisi koers richting Tskaltubo, op aanraden van een coureur die ik in bij de wielerpiste had ontmoet. Het stadje was bekend om zijn heilzame bronnen. Grazende koeien en rottende beton aan de rand van Kutaisi badend in een prachtig licht, een weinig later ingeruild voor een volstrekte duisternis bij
het sanatorium dat gelegen was in het grote park met vergane monumenten uit betere tijden. De vrouwelijke staf vindt het de volgende ochtend, na een nacht vol heerlijk oud sovjetstof, blijkbaar de gelegenheid om met mijn komst een fles Champanskoje te kraken, om zo de regen die buiten met bakken uit de hemel hutst even te vergeten. Het gebouw bood ooit aan 100 mensen werk om de oudjes in een rustige omgeving van gezonde praktijken zoals kine te voorzien. De gangen ondraaglijk lang opweg naar de eetzaal.


Sanatorium Oazis


Langs rustig slechte wegen bij regen en tuinen vol Gurma een heerlijke herfstige vrucht richting de voet van de Svaneti-bergen gelegen tegen de grens die er geen was met Abchazie. Bij Khoni geniet ik van mijn zoveelste Ghinkali en Perenlimonade in het plaatselijk eethuis. Typisch voor deze zijn de aparte kamers waar kan getafeld worden, vriendelijk drinkende mannen wenken mij, wijselijk hou ik het bij de mijne.
Jonge mannen houden fier de wacht bij mijn fiets en begrijpen weinig van mijn plannen opweg naar de hoge bergen. Een van hen komt mij zelfs na het eten met zijn auto achter na gereden om mij een chique zonnebril in een doos zomaar kado te doen.
Het grijze weer heeft hier geen nood aan en ik zou dit anders ook voor geen geld van de wereld willen aannemen. Hun licht in de duisternis, hun fierheid om te delen.


Gurma te Khoni


landschap te Gandzja


Warmwaterbron te Sikhe


Het tekenen van de suikerpot in Lias'hotel